Partneralimentatie 5 jaar Nationale Notaris

LET OP. Dit artikel is ouder dan 1 jaar.

Partneralimentatie van 12 naar maximaal 5 jaar

Voor mensen die na 1 januari 2020 gaan scheiden geldt de partneralimentatie niet langer 12 jaar, maar nog maximaal 5 jaar. Dit staat in het gewijzigde wetsvoorstel ‘herziening partneralimentatie’ dat de Tweede Kamer in december aannam. Voor echtparen die voor die tijd uit elkaar gaan, blijven nog de huidige regels gelden. We zetten de bijzonderheden rond de partneralimentatie voor je op een rij.

Heb jij of je ex-partner na de scheiding niet genoeg inkomsten om van te leven, dan heeft de ander de plicht om bij te dragen in deze kosten. Diegene betaalt dan partneralimentatie. Wie van jullie dat is, hangt af van wie het hoogste inkomen heeft. Op dit moment kan het betalen van de partneralimentatie maximaal 12 jaar duren. Met ingang van 1 januari 2020 wordt dat maximaal 5 jaar. Let op: de wet gaat alleen over partneralimentatie en niet over kinderalimentatie.

Uitzonderingen op de hoofdregel van 5 jaar

De termijn van de partneralimentatie bedraagt straks dus 5 jaar. De wet kent echter uitzonderingen voor mensen die minder kans hebben om snel in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Er zijn nu drie uitzonderingen op de termijn van 5 jaar:

  1. Voor mensen die bijna AOW-krijgen kan de partneralimentatie maximaal 10 jaar duren
  2. Wie voor jonge kinderen onder de 12 jaar zorgt, kan maximaal 12 jaar partneralimentatie krijgen
  3. Wie voor 1 januari 1970 geboren is en langer dan 15 jaar is getrouwd, heeft recht op 10 jaar partneralimentatie

Partneralimentatie kan ook eerder stoppen

Na de wettelijke termijn stopt de betalingsverplichting automatisch. De partneralimentatie stopt ook als degene die de partneralimentatie ontvangt zelf weer genoeg inkomsten heeft om van te leven, met een ander trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen, of overlijdt.

Hoogte van partneralimentatie blijft onveranderd

De hoogte van de partneralimentatie verandert niet door de nieuwe wet. Net zoals nu het geval is, wordt bij het vaststellen van partneralimentatie gekeken naar de behoefte van degene die de alimentatie ontvangt (zoals de huidige levensstandaard) en naar de draagkracht van degene die de alimentatie betaalt (hoeveel kan hij of zij besteden aan alimentatie). De bedragen voor kinder- en partneralimentatie worden ieder jaar aangepast. Dit is de zogeheten indexatie. Om te bepalen met welk percentage de alimentatie wordt geïndexeerd, kijkt de minister van Justitie naar de loonontwikkeling in het bedrijfsleven en bij de overheid.

Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer.